BORDERLINE is geen aanstellerij of een roep om aandacht!

Een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) is een ernstige psychische aandoening die gekenmerkt wordt door onstabiele stemmingen, gedragingen en relaties.

Mensen met BPS kunnen impulsief zijn, hebben vaak sterke emotionele reacties, en kunnen moeite hebben met het onderhouden van stabiele relaties. Ze kunnen ook te maken hebben met een verstoorde identiteitsbeleving en een chronisch gevoel van leegte ervaren. Andere kenmerken zijn het regelmatig ervaren van intense en onvoorspelbare stemmingswisselingen, zelfdestructief gedrag, en angst voor afwijzing of verlating.

Borderline wordt vaak gediagnosticeerd in de late adolescentie of vroege volwassenheid, en wordt iets vaker gevonden bij vrouwen dan bij mannen.

Borderline is niet een keuze, maar herstel is dat wel.

Joris Vivijs –

Deze quote benadrukt het belang van het nemen van actieve stappen om te herstellen en omgaan met de uitdagingen van het leven met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS). Het onderstreept het idee dat, hoewel je niet kunt kiezen of je BPS hebt, je wel controle hebt over hoe je met de symptomen omgaat en hoe je aan je herstel werkt.

Symptomen van borderline

BPS kent een breed scala aan symptomen. Deze kunnen variëren in intensiteit en duur. De meest voorkomende symptomen van borderline zijn:

  1. Emotionele instabiliteit: Snel wisselende emoties, vaak zonder duidelijke aanleiding. Deze kunnen gaan van intense vreugde tot ernstige depressie, woede, paniek of angst.
  2. Impulsief gedrag: Risicovol, roekeloos en vaak zelfdestructief gedrag, zoals roekeloos rijden, onveilig seksueel gedrag, eetbuien, gokken of misbruik van alcohol en drugs.
  3. Onstabiele relaties: Intense en stormachtige relaties met anderen, gekenmerkt door veel ruzies en breuken. Er is vaak een angst voor verlating, wat kan leiden tot wanhopige pogingen om dat te voorkomen.
  4. Verstoord zelfbeeld: Mensen met BPS hebben vaak een wisselend beeld van zichzelf en hun identiteit. Dit kan invloed hebben op hun waarden, opvattingen, beroepen, vriendschappen en zelfs seksuele identiteit.
  5. Chronisch gevoel van leegte: Een aanhoudend gevoel van leegte of verveling, wat kan leiden tot zoeken naar dingen die dit gevoel kunnen invullen.
  6. Zelfbeschadiging of suïcidale gedachten: Recidiverende suïcidale gedachten, dreigementen of gedragingen, of zelfbeschadiging, zoals snijden of branden van de huid.
  7. Paranoïde gedachten of ernstige dissociatieve symptomen: Tijdens periodes van intense stress kunnen mensen met een borderline stoornis tijdelijk paranoïde ideeën hebben of zich losgekoppeld voelen van zichzelf of de werkelijkheid.

Lees ook: Gezondheid en Wetenschap – borderline persoonlijkheidsstoornis

De impact van borderline op het dagelijks leven en relaties

Een borderline stoornis heeft een aanzienlijke invloed op het dagelijkse leven en de relaties. De intense emotionele instabiliteit kan leiden tot frequente stemmingswisselingen, woede-uitbarstingen en conflicten met anderen. Deze kunnen van invloed zijn op school, werk, en relaties.

De impulsieve en risicovolle gedragingen kunnen leiden tot juridische problemen, financiële problemen en gezondheidsproblemen. Bovendien kan het chronische gevoel van leegte en de moeilijkheden met het eigen zelfbeeld bijdragen aan een algemeen gevoel van ontevredenheid met het leven en problemen met het bereiken van persoonlijke doelen.

Bij relaties kunnen mensen met borderline intense emoties ervaren waarbij ze vaak snel wisselen tussen extreme bewondering en haat voor de andere persoon. Dit kan leiden tot frequente ruzies, breuken en verzoeningen, wat stressvol en verwarrend kan zijn voor beide partijen. De angst voor verlating kan ook leiden tot clingy of bezitterig gedrag, wat verder kan bijdragen aan de instabiliteit van relaties.

Diagnose van een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS)

Criteria volgens de DSM-5

Volgens de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition (DSM-5), moet een persoon voldoen aan vijf (of meer) van de volgende criteria om gediagnosticeerd te worden met BPS:

  1. Inspanningen om feitelijke of ingebeelde verlating te vermijden.
  2. Een patroon van instabiele en intense interpersoonlijke relaties, gekenmerkt door wisseling tussen uitersten van idealisering en devaluatie.
  3. Identiteitsverstoring: duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel.
  4. Impulsiviteit op ten minste twee gebieden die mogelijk zelfbeschadigend zijn (bijvoorbeeld, uitgaven, seks, middelenmisbruik, roekeloos rijden, eetbuien).
  5. Recidiverende suïcidale gedragingen, dreigingen, of zelfverminking.
  6. Emotionele instabiliteit als gevolg van duidelijke stemmingsreactiviteit (bijvoorbeeld intense episodische dysforie, prikkelbaarheid, of angst die meestal een paar uur aanhoudt en slechts zelden langer dan een paar dagen).
  7. Chronisch gevoel van leegte.
  8. Ongepaste, intense woede of moeite om woede te beheersen.
  9. Tijdelijke, door stress veroorzaakte paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve symptomen.

Oorzaken en risicofactoren van borderline

De exacte oorzaak van een borderlinepersoonlijkheidsstoornis is onbekend, maar het is waarschijnlijk een combinatie van genetische, biologische en omgevingsfactoren.

  • Genetisch: Familieonderzoeken hebben aangetoond dat BPS vaker voorkomt bij mensen die een naast familielid hebben met de aandoening, wat wijst op een genetische component.
  • Biologisch: Verschillen in de hersenstructuur en -functie, vooral in gebieden die de emoties en impulsbeheersing reguleren, kunnen een rol spelen bij BPS.
  • Omgevingsfactoren: Traumatische levenservaringen, zoals fysiek of seksueel misbruik, verwaarlozing of het vroegtijdig verlies van ouders tijdens de kindertijd, worden vaak gerapporteerd bij mensen met borderline.

Er is ook een sterk verband tussen borderline en andere psychische aandoeningen, zoals depressie, angststoornissen, posttraumatische stressstoornis (PTSS), eetstoornissen en middelenmisbruik. Deze co-occurrerende aandoeningen kunnen zowel risicofactoren als gevolgen zijn van BPS. Het is belangrijk op te merken dat niet iedereen die deze risicofactoren heeft, borderline zal ontwikkelen, en niet iedereen met BPS heeft per definitie andere psychische aandoeningen.

Wat weten we nu over borderline

  • Persoonlijkheidsstoornis
  • Patroon van emotionele instabiliteit, moeilijke relaties, verstoord zelfbeeld, impulsiviteit
  • Behandeling legt nadruk op emotieregulatie

De behandeling van borderline

DGT: Dialectische Gedragstherapie is een vorm van cognitieve gedragstherapie die speciaal is ontworpen om mensen te helpen die worstelen met zelfdestructief gedrag

Schematherapie is een integratieve vorm van psychotherapie die elementen combineert van cognitieve gedragstherapie, transactionele analyse, en de theorie van hechtingspatronen.

Dialectische Gedragstherapie (DGT), ontwikkeld door psycholoog Marsha Linehan, is een vorm van cognitieve gedragstherapie die speciaal is ontworpen om mensen te helpen die worstelen met zelfdestructief gedrag, zoals zelfbeschadiging of suïcidale gedachten en acties. Het is vaak effectief bij de behandeling van borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS), maar kan ook worden gebruikt voor andere aandoeningen zoals eetstoornissen, verslavingen of een posttraumatische stressstoornis.

DGT richt zich op het aanleren van copingvaardigheden voor stressvolle situaties, emotieregulatie, en het verbeteren van relaties. DGT stelt je in staat om je gedachten en gedrag beter te begrijpen en te beheersen, en om effectiever te communiceren en conflicten op te lossen.

Het dialectische aspect van DGT komt van het idee dat verandering en acceptatie met elkaar in evenwicht moeten zijn om verbetering te bereiken. Met andere woorden, je moet veranderingen in je gedrag aanbrengen, maar ook leren om jezelf en wat er gebeurt te accepteren zoals het is.

Schematherapie is een integratieve vorm van psychotherapie en wordt voornamelijk gebruikt voor persoonlijkheidsproblematieken. De kerngedachte is dat iedereen gedurende zijn/haar kindertijd en puberjaren specifieke zelfbeelden, wereldbeelden en interactiepatronen ontwikkelt, ook wel ‘schema’s’ genoemd. Deze schema’s worden gevormd door de interactie tussen het jezelf en je omgeving en kunnen positief of negatief zijn.

Negatieve of disfunctionele schema’s kunnen ontstaan als reactie op basisbehoeften die niet worden vervuld, zoals veiligheid, verbondenheid, autonomie, expressie van gevoelens en spontaniteit. Als deze schema’s geactiveerd worden door bepaalde gebeurtenissen in het heden, kunnen ze leiden tot intense negatieve emoties, negatieve gedachten over jezelf en anderen, en destructief of maladaptief gedrag.

Schematherapie probeert deze disfunctionele schema’s te identificeren, te begrijpen en te veranderen, met als doel om patronen van gedachten, emoties en gedrag te veranderen die problematisch zijn. Het uiteindelijke doel is om gezondere alternatieven te vinden voor deze disfunctionele schema’s en copingstrategieën.

Afspraak maken

Scroll naar boven